Voorbereiding knutselles

Dinsdag 8 februari:

Voor morgen ga ik een knutselles geven. De leerlingen hebben vandaag de letter 'uu' van vuur geleerd. Daarom gaan ze 'vuur' knutselen. Het is de bedoeling dat ze uit rood, oranje en geel papier vlammen maken en die opplakken op het witte vel dat ze krijgen. Daarna maken ze van doorgeknipte wc-rolletjes het hout. De wc-rolletjes moeten bruin geschilderd worden. Omdat het anders heel lang duurt voordat het knutselwerkje af is omdat de verf moet opdrogen, doe ik dit onderdeel deze dag al, zodat dat alvast kan opdrogen. Ik heb vanochtend alle spullen die ik ervoor nodig heb gepakt uit het magazijn. Daarna heb ik de instructietafel, waaraan ik ga schilderen met de kinderen, bedekt met kranten om te voorkomen dat deze helemaal onder gaat zitten. Tijdens het speelhalfuurtje in de klas, vraag ik steeds om de beurt drie kinderen bij mij om een aantal wc rolletjes te beschilderen. Ik geef de kinderen ook een schort aan zodat ze zelf ook niet zo onder het verf kunnen komen te zitten. Verder blijf ik erbij. Het is erg goed gegaan en de kinderen vonden het leuk om alvast een begin te maken aan het knutselwerkje. Nu konden de wc-rolletjes lang genoeg drogen.

voor-koor-door

Maandag 31 januari:
Elke dag wordt er gelezen op mijn stage. Hiervoor gebruiken ze leesboekjes en boekjes met rijtjes van woordjes (net als de boekjes van Veilig & Vlot). Wanneer er klassikaal gelezen wordt, doen ze dit via stapjes. Dit heet: 'voor-koor-door'.
Alle kinderen houden allebei hun wijsvinger bij het woordje wat gelezen gaat worden. Als eerste leest de juffrouw de zin of het rijtje woordjes voor. Daarna leest de juffrouw met de klas gezamenlijk de zin of het rijtje woordjes in koor. En als laatst wordt er door een leerling dezelfde zin of hetzelfde rijtje woordjes voorgelezen.
Omdat er sterkere en zwakkere lezers in de klas zitten, worden deze wel eens tijdens het lezen gesplitst. De zwakkere lezers gaan aan de instructietafel samen met de juffrouw het boekje of de rijtjes woordjes lezen. De sterkere lezers blijven op hun plaats zitten en gaan het boekje of de rijtjes woordjes samen met mij lezen. Op deze manier krijgen de leerlingen extra aandacht waar nodig is. Ik vind dit erg leuk om te doen. Het is ook al een wat zelfstandige taak. Ook gaat deze opstelling prima en kan ik goed met de kinderen werken.